Drie maal “Job”

Job heeft er weer drie vrienden bij.

Eind vorig jaar verschenen er drie boekjes over het intrigerende bijbelboek Job. Intrigerend, omdat het over de moeilijke vraag van het lijden gaat, maar dan niet als een tractaat maar als een verhaal over een mens van vlees en bloed. En ook met vrienden van vlees en bloed, die natuurlijk ook gewoon in hun menselijke beperktheid proberen om iets heel moeilijks te doen: iemand troosten, die weigert zich te laten troosten.

Dat viel me in alle drie de boekjes op: dat de auteurs proberen om de drie ‘vertroosters’ niet al te karikaturaal neer te zetten. Opvallend is daarbij wel dit: verklaarders van vroeger zagen toch een hoop zinnigs in de theologie van de vrienden. De auteurs van nu letten meer op het pastorale aspect: de vrienden gingen toch maar naar Job toe en daar kunnen vele mensen vandaag nog een puntje aan zuigen. En verder leer je uit het boek over de gevoeligheden in de omgang met wie ernstig lijdt.

Dit spoort wel met het feit dat we vandaag meer pastoraal dan theologisch geïnteresseerd zijn. En, inderdaad, het boek Job biedt die ruimte ook.

Onbegrijpelijk

Toch blijft de hoofdvraag natuurlijk: hoe kan God tegelijk almachtig en volkomen goed zijn, als er onbegrijpelijk lijden is. Ds. Mark Janssens, de eerste auteur, is sterk in de analyse van de verschillende karakters uit het verhaal. Ook geeft hij helder weer, welke gevoelens wij bij al dat leed hebben: “ondenkbaar” en onbegrijpelijk. Hij citeert veel van dr. A. van de Beek, die ongemeen boeiend over Job schreef: als wij vandaag de almacht van God relativeren omdat we aan zijn liefde willen vasthouden, dan is dat maar een tamme discussie vergeleken bij de serieuze overweging of God misschien niet deugt, zoals we die in Job vinden. Volgens mij is Janssens er niet uit of hij Van de Beek in deze uitleg wil volgen en dat kan ik wel navoelen. Maar zondag 10 te scherp vinden èn je afvragen of God uiteindelijk zelf schuldig is, dat kan ik niet rijmen. Maar tegelijk blijft het boekje een boeiende zoektocht in Jobs onbegrijpelijk lijden.

De tweede auteur bestaat uit twee personen: de di. J. van Benthem en K. de Vries, beiden Vrijgemaakt predikant. Ze geven zes preken uit en het aparte is, dat ze de preken samen gemaakt hebben. Ik vind het goede preken, die pastoraal op de zaken ingaan. “Het geheim dat God in Christus onthuld heeft, is dat Hij aan beide kanten van het leed staat: Hij beschikt het, en Hij draagt het”.

Elke preek wordt gevolgd door een aantal gespreksvragen die ik beter, want opener, vind dan die in het vorige boekje. Ik zie zomaar een vacante gemeente voor me, waar deze preken gelezen worden met een nabespreking waarbij de gespreksvragen gebruikt worden.

Ook hier krijgen de vrienden kritiek op hun systeem-denken. Bijbelse waarheden bieden ze, maar die helpen niks omdat ze een systeem zijn. Als eigentijds voorbeeld dient een jonge man die met psychische problemen bij een evangelische gemeente is geweest. “Blijven bidden, hoor!” – en zo werkt dat niet. Ach ja, dat zie je natuurlijk alleen bij de evangelischen… Ik kom zulke troosters ook dichterbij tegen en ik moet er in mijn eigen hart zelfs tegen strijden. En het probleem zit volgens mij nog dieper: mensen bestoken zichzelf soms met vrome antwoorden waar ze geen baat bij hebben. Of ze lezen in de Bijbel ongemerkt juist díe teksten die het alleen maar erger maken, omdat ze niet op hen maar op anderen slaan. Zoals een depressief iemand tegen me zei: “ik kom altijd teksten tegen over hoeveel we moeten voor God”. Dat lijkt me vreselijk; ik denk altijd dat satan’s ergste verzoeking van Jezus gewees is, toen hij zelf de bijbel begon te citeren…

Beroep op God tegen God

Ik vind het zo machtig bij Job, dat hij door alles heen God toch zó goed kent, dat hij bestand is tegen de waarheden, zelfs de bijbelse waarheden die de vrienden naar zijn hoofd slingeren. Tot op die meest intrigerende van al Jobs uitspraken: “ook al bespotten mij mijn vrienden, nochtans richt mijn oog zich schreiend op God, opdat Hij de mens recht doe tegenover God, en recht doe tussen de mens en zijn naaste” (Job 16: 20v). Zo’n uitspraak, dat zou geen theoloog ooit kunnen zeggen want logisch klopt er niks van. Een beroep op God tegen God (en tegen de vrinden), wie begrijpt dat? Hier spreekt iemand die niet alleen iets van God weet, maar die Hem bovenal kent. De God uit het systeem van de vrienden, die kan de ware niet zijn. En ook (en dat is nog pijnlijker!), ook het beeld dat Job zich al piekerend zèlf van God had gevormd, dat klopte niet. Maar daarbovenuit gaat, dat hij God kènt en dat hij niets liever wil dan Hem zelf ontmoeten. Zo iemand houdt het uit tegenover zijn troosters. Zo iemand verdraagt zelfs ansichtkaarten van fl 1,35 met een Alpenlandschap plus bijbeltekst in goudopdruk.

Goed, ik was boeken aan het bespreken. Deze tekst heb ik dus gemist in de serie preken van Van Benthem en De Vries. Ik kom hem wel tegen, en op fijnzinnige wijze, bij de derde auteur, dr. Ad van der Dussen. Fijnzinnig zou ik dat hele boekje willen noemen en ik heb ervan genoten. Van der Dussen ziet de woorden “om niet” uit het begin-hoofdstuk centraal staan. Is het om niet, dat Job God dient? En tegelijk zegt God met zoveel woorden, dat Job “om niet” (zonder oorzaak) in het verderf is gestort. En zo komt inderdaad de vraag op tafel: met Jobs geloof zat het wel goed maar, God, hoe zit het met U? En aan het einde van alle vragen blijft dit over: een wereld vol merkwaardige schepselen waarvan wij de zin niet kunnen vatten, met ook persoonlijk lijden waarvan hetzelfde geldt, maar met een God die ons wil ontmoeten en die je uiteindelijk kunt vertrouwen.

Mooi vind ik de passage over de woorden van Job: “ontfermt u over mij, mijn vrienden, want Gods hand heeft mij getroffen”. Het is alsof Job bij zijn vrienden iets van tegenwicht zoekt. Een troostende hand nu Gods hand tegen hem is. Terwijl de praktijk vaak andersom is. Iemand in de ellende vereenzaamt ook nog. “Als God een mens zwaar treft, hoeven wij dat niet dunnetjes over te doen”.

Ik vond in dit boekje meerdere nieuwe gezichtspunten bij het aloude boek van Job, waarover waarschijnlijk de laatste prekenbundel nog niet is gepubliceerd.

N.a.v.:

  • Mark Janssens, Onbegrijpelijk! – God in het boek Job; Boekencentrum 1998; 63 pag., ¦ 16,50
  • J. van Benthem en K. de Vries, Job – Zes preken; De Vuurbaak 1998; 80 pag., ¦ 19,75
  • dr. Ad van der Dussen, Job – geloven en lijden om niet; Buijten & Schipperheijn 1998; 76 pag., ¦ 19,90