Hoe weet ik of dit van God is?

Over Gods leiding in je leven – verschenen in GroeiMagazine van juni 2019
Lees dit artikel in IBB GroeiMagazine (pdf)

“Ik ben de goede herder” zegt Jezus, en de schapen kennen zijn stem. Hij roept ze bij name want Hij kent ze allemaal. En de schapen volgen Hem omdat ze zijn stem kennen maar de stem van een vreemde kennen ze niet.

Deze gelijkenis uit Johannes 10 is voor mij de mooiste omschrijving van wat je verlangt bij ‘Gods leiding in je leven’. Je wilt heus niet de verantwoordelijkheid voor al je keuzes afschuiven op God, maar je wilt wel zeker weten dat je gaat in het spoor van God voor jouw leven. Hoe doe je dat?

Ik denk dat het altijd weer begint met de Bijbel, Gods Woord. Voor Jezus was dat al zo: op zijn twaalfde was Hij erover in gesprek in de tempel, bij de verzoeking in de woestijn greep Hij tot drie keer toe naar het boek Deuteronomium en aan het kruis had Hij een Psalm. Beginnen met Gods Woord gaat veel verder dan dat je voor elk vraagstuk een Bijbeltekst weet te vinden. De stem van de herder verstaan betekent ook dat je vertrouwd bent met de stijl van Jezus. Zijn stijl van liefde en geduld en genade. Dat je intuïtie gevormd wordt om voor vragen waar geen tekst voor te vinden is, toch de weg van Jezus te gaan.

God komt zelf mee

“Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan”, zo bidt David in Psalm 25. God geeft inderdaad zijn Woord, maar weet je wat het is? God geeft ons niet alleen een boek, maar Hij komt zelf mee om ons leven te leiden. Zoals een goede gids er niet mee volstaat om te zeggen: ‘Hier heb je een kaart’, maar zelf meegaat om je te vertellen wat telt, wat belangrijk is, wat mooi en ook wat gevaarlijk is, waar je weg moet blijven. God geeft zichzelf en daarom mag je Hem vertrouwen. Daarom zegt David als hij bidt om Gods leiding er ook bij: ‘op U blijf ik hopen, elke dag weer’.

De basis voor dit vertrouwen is dat je God mag kennen als je Vader in de hemel. Je hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om Hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’ (Romeinen 8:15). Het is het geboorterecht van een kind om de stem van zijn ouders te horen. Het is het geboorterecht van een kind van God om de stem van de Vader te horen in zijn leven. Wij denken dan natuurlijk gauw aan bijzondere tekenen en zo. Dat gebeurt ook wel, maar het is niet de hoofdzaak; je moet er dan ook mee uitkijken om Gods wil af te lezen aan bijzondere gebeurtenissen. De hoofdzaak is dat je leert te luisteren naar de stem van God. Ken Hem in al uw wegen. Vraag Hem raad! En als je blijft zoeken, doe dat dan niet alleen, maar doe het samen met andere gelovigen want waar twee of drie bijeen zijn in de naam van Jezus, daar wil Hij erbij zijn.

Gewoon en bijzonder tegelijk

Ik herinner me dat ik zat te bidden met een vrouw die wist wat Gods taak voor haar was, maar ze zei: ‘Ik weet niet waardoor het steeds komt, maar er zitten blokkades waardoor het me niet lukt om Gods wil te doen.’ Toen hebben we gewoon gebeden: ‘Here, ze verlangt ernaar uw wil te doen en wilt U haar openbaren wat er tussen zit.’ Nou, ze deed haar ogen open en ze zei: ‘Ik weet het, ik geloof dat ik het nou weet, het antwoord.’ En dat is tegelijk heel gewoon (een mens die voor zijn schepper komt te staan) en tegelijk is het zo bijzonder, zo rijk. Gods leiding, die is er. Gods stem, daar mag je naar luisteren. Zoek het niet in heel bijzondere sensaties, maar in het gewone geboorterecht van een kind van God. Want als je het zoekt in spectaculaire dingen, dan betekent het dat je heel lang gaat zitten wachten tot je eindelijk Gods wil kan doen. Maar als je gaat in vertrouwen, mag je als kind van God leren lopen, als een vogeltje leren vliegen en bij al je vallen toch gedragen worden.

Om nog wat nader op persoonlijk gebed in te gaan: ik ben niet zo’n trouwe bidder en heb steuntjes nodig om rust te nemen voor gebed. Een Bijbelrooster, een podcast, een vast moment. Dat is om te beginnen gewoon nodig als onderhoud om “de stem van de Herder te kennen”. Maar ik ken het ook heel goed dat, als ik die rust dan eindelijk gevonden heb, ik eigenlijk meteen versta wat ik moet doen, net als die mevrouw die ik zojuist beschreef. Niet na veel zoeken ergens aan het eind van het gebed, maar helemaal aan het begin weet ik soms wat me te doen staat of wat ik mag zeggen. Iets wat ik versta als gegeven door Gods Geest.

Toetsen

Nu is dat helemaal niet de enige manier waarop God kan werken, maar mag ik er toch drie dingen over meegeven. Eerst natuurlijk dat je zo’n ‘ingeving’ moet toetsen want we zijn beperkt in ons verstaan. Heel nuchter: als Eliezer een vrouw voor zijn baas moet zoeken en een teken gevraagd en gekregen heeft, dan gaat hij daarna vragen uit wat voor familie ze komt, wat ze zelf voor iemand is en zo meer (Genesis 24). Zo moet ik ook uitzoeken of het klopt, of het kan en of ik niet een ander voor de voeten loop.

Maar het tweede is dat ik er wel wat mee moet doen. Als ik bijvoorbeeld tijdens het gebed meen te verstaan wie ik moet gaan bezoeken en ik negeer dat geregeld, dan zakt het weg. En andersom als ik met vallen en opstaan leer te luisteren en ernaar te doen, dan ontvang ik daar zegen op en ga ik in het vervolg nog beter luisteren.

En tenslotte: Gods leiding in mijn leven hangt uiteindelijk ook niet af van of ik wel zo goed en zo trouw geluisterd heb. God leidt ons leven toch wel, zelfs door onze fouten heen. Ik weet nog dat ik als dominee na veel gesprek en gebed een beroep naar een andere plaats heb aangenomen. Achteraf kwamen mijn vrouw en ik er achter dat we dit op verkeerde gronden gedaan hadden. Dat heeft ons moeite en verdriet opgeleverd. En toch weet ik diep in mijn hart, dat elke dag die we daar meegemaakt hebben, Gods bedoeling met mijn leven was.

Het mooist en het eenvoudigst vind ik dat  — haast laconiek — weergegeven in Psalm 73, waar Asaf eerst bitter en gekwetst is geweest, maar dan vertrouwt hij zich toe aan God.

Maar nu weet ik mij altijd bij u,
u houdt mij aan de hand
en leidt mij volgens uw plan.
Dan neemt u mij weg, met eer bekleed.
(Psalm 73: 23 en 24)