Waar het morgen om gaat

Het gaat uiteindelijk om de vraag of de overheid het zwaard draagt, niet alleen om gerechtigheid te bevorderen maar ook „om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valse godsdienst, om het rijk des antichrists te gronde te werpen.” zoals Art 36 NGB zei. Terecht hebben we dat in 1905 geschrapt. Principieel is het aan de kerk om met het zwaard des Geestes dat is het woord van God tegen afgoderij en valse godsdienst in te gaan. Praktisch wil je dat de overheid ook niet toevertrouwen omdat je op je vingers kunt natellen dat we dan straks alleen de staatsgodsdienst nog mogen belijden.

Waar het nu om gaat is dat Wilders met zoveel woorden niet alleen de overlast en het onrecht wil bestrijden, maar ook de Islam, een achterlijke godsdienst. Het is dan ook te begrijpen dat de SGP positiever tegenover Wilders staat dan de CU, want de SGP houdt vast aan de onverkorte tekst van artikel 36. Daar konden ze wel eens spijt van krijgen wanneer het zwaard zich niet alleen tegen de buitenlandse maar ook tegen de binnenlandse achtergebleven religie richt. Complicatie daarbij is, toegegeven, dat de linkse kerk zich ook tegen refo-religie in het publieke domein keert.

Het woord RELIGIE staat weer met grote letters op de agenda. Richtlijn zou moeten zijn het besef dat godsdienstvrijheid ondeelbaar is: zij is er voor allen of zij is niet. Mooi zou zijn als we beseffen dat godsdienstvrijheid in ons land de moeder van alle andere vrijheden is, ook al zagen onze gereformeerde vaderen (in tegenstelling tot de Oranjes) minder scherp dat die vrijheid ondeelbaar is.

We wensen het CDA morgen alle wijsheid toe die nodig is.