Voor de Nacht van de Theologie, vanavond aan boord van de SS Rotterdam, schreef dr. R.R. (Ruard) Ganzevoort een pamflet onder de titel: “Spelen met heilig vuur: Waarom de theologie haar claim op de waarheid moet opgeven.”
Ik heb het pamflet gelezen en ik vind dat het vol verstandige gedachten staat, met uitzondering van de hoofdlijn namelijk dat theologen hun claim op de waarheid moeten opgeven. Eerst over die verstandige gedachten: Ganzevoort bepleit overtuigend dat theologen juist nu hard nodig zijn om uit te leggen, te interpreteren en kritisch te bevragen wat er allemaal aan religie speelt. Niet alleen in theologische boeken, maar ook in volkscultuur en populaire cultuur. Als je religie niet snapt, dan kom je niet ver. Of zoals Madeleine Albright (voormalig minister buitenlandse zaken van VS) zei: ieder ministerie en iedere ambassade zou een theoloog in dienst moeten hebben. Deze “publieke theologen” moeten natuurlijk niet preken voor eigen parochie, maar inzichtelijk maken wat er gebeurt bij religie. Ganzevoort geeft daar overtuigende voorbeelden van en dat niet met voetnoten maar met een duizelingwekkend aantal verwijzingen naar populaire films. Point taken.
Maar wat betekent het nu eigenlijk dat de theologie om deze publieke rol te spelen “haar claim op de waarheid moet opgeven”? Ik ken eigenlijk geen theologen die hun wetenschappelijke theologie proberen in te zetten om hun versie van geloof als “waarheid” te verkopen. Indien letterlijk genomen dan is de stelling demagogisch, gericht tegen de hoge heren of zo. Maar als je het boekje doorleest dan bedoelt Ganzevoort iets anders, namelijk dat theologen hun eigen overtuiging moeten verzwijgen en slechts in algemene termen over “iets als God” mogen spreken; ze mogen eventueel thuis iets geloven, als ze het dan ook maar echt thuis laten.
Daar zie ik weinig in. Als je mensen vraagt hun diepste overtuiging niet te vermelden, dan heb je iets als een olifant in de kamer: iedereen ziet het maar je praat er niet over. En waar je wel over praat dat is een illusie, namelijk zogenaamd neutrale theologie. Zo iets bestaat natuurlijk wel, in de vergelijkende godsdienstwetenschap. Maar theologie in de zin van duiding, interpretatie en kritische beoordeling vereist een open vizier. Dan zeg je: vanuit mijn optiek is dit mooi, schadelijk of nog iets anders. Een open vizier hoeft publiek functioneren niet te belemmeren, integendeel. Als je je daarbij maar open stelt voor dialoog, inclusief de bereidheid om zelf bij te leren.
Terecht merkt Ganzevoort helemaal in het begin op dat belangrijke religieuze begrippen als zonde, genade, offer, heil en heiligheid voor veel mensen abacadabra zijn geworden en dat je ze niettemin in heel de cultuur tegenkomt, inclusief films en romans. Het is prachtig wanneer theologen dat verhelderen, inzichtelijk maken en beoordelen — Ganzevoort is er een meester in. Maar voor mij hoeft hij daarbij niet te verzwijgen wat hij al dan niet zelf gelooft. Ik wantrouw politici die beweren dat het niet over macht gaat evenzeer als theologen die beweren dat het niet over God gaat. Want het gaat wel over macht, ook als je dat ontkent. En het gaat wel over God, ook als je dat tussen haakjes plaatst. Het is dan alleen een olifant in de huiskamer geworden.
Maar goed, het is een pamflet. Sterkte vanavond en moge de best geklede winnen!
nav Ruard Ganzevoort, Spelen met heilig vuur – waarom de theologie haar claim op de waarheid moet opgeven, Ten Have 2013, 64 pag., € 4,95 ISBN 9789025903251
Is dit niet een vorm van de verwetenschappelijking van de theologie waartegen terecht binnen de NGK bezwaar werd aangetekend? Ik kom het in Afrika tegen met nogal desasteuze gevolgen voor het geloof van studenten. Een niet-ideologische theologie moet toch mogelijk zijn.
Willem, blij met je ‘point taken’! Hoewel je een zeer kerkelijk figuur bent, sta je in de wereld en zie je de vragen en zie je dat je op verschillende manier theologie kunt bedrijven. Over de waarheid: het is maar net wat je er onder verstaat. Misschien dat Ruard het niet zo heel erg oneens met je is op dit punt, mits je dialogisch over ‘wat je als waarheid verstaat’ spreekt. Persoonlijk zie ik waarheid en wijsheid in elkaar liggen (dat waar je je leven op kunt bouwen) en ik vind het jammer dat Ruard dit uit elkaar trekt en in feite ‘ waarheid’ heel smal invult. Theologie is er juist voor om duidelijk te maken hoe arm dit waarheidsbegrip is.
Bob, ‘verwetenschappelijking van de theologie’ is een term die veronderstelt dat theologie niet ‘wetenschappelijk’ behoort te zijn. Als je theologie definieert ‘ op wetenschappelijk wijze spreken over God (of ‘God’) in de publieke ruimte, ligt de zaak anders. Ook deze publieke theologie is mogelijk en nodig. Zoals Willem mooi formuleert:de woorde zonde en genade worde niet meer begrepen, terwijl de zaak overal aan de orde is.
Natuurlijk, Job, moet theologie wetenschappelijk zijn. De term verwetenschappelijking ontleen ik aan Egbert Schuurman, niet aan NGS.Hij sprak over de vertechnisering van de cultuur; geen ontkenning van de techniek,maar het heeft een verkeerde plaats gekregen. Zo ook met de theologie als wetenschap: wetenschap wordt genomen in de zin van de Verlichting: objectief etc. Deze wetenschappelijk-heid bestaat helemaal niet; maar theologen willen daar zelden aan. Bob