Mijn bijdrage vandaag aan Groot Nieuws EO:
Advent gaat over geboorteplanning, zou je kunnen zeggen. Maar dan wel in een veel diepere betekenis dan wij het woord ooit gebruiken. Het gaat over het plan dat God gevormd heeft, door de eeuwen heen, voor de geboorte van Jezus Messias. Vandaag lezen we over een onderdeel van die planning, in Micha 5: 1-5
1 Uit jou, Betlehem in Efrata,
te klein om tot Juda’s geslachten te behoren,
uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen.
Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden,
in de dagen van weleer.
2 Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard,
worden zijn broeders aan hun lot overgelaten.
Daarna zullen wie er nog over zijn
terugkeren naar de andere Israëlieten.
3 Hij zal aantreden en hen als een herder weiden,
bekleed met de macht van de HEER, zijn God,
met de majesteit van diens verheven naam.
Zij zullen veilig wonen,
want hij zal heersen tot aan de einden der aarde,
4 en hij brengt vrede.
Wanneer Assyrië ons land binnenvalt
en zijn voet in onze paleizen zet,
zullen wij zeven herders doen opstaan,
ja, acht vorsten uit mensen gekozen.
5 Met het zwaard zullen zij Assyrië kaalslaan,
met blinkende wapens Nimrod vernietigen.
Hij zal ons bevrijden van Assyrië
wanneer het ons land binnenvalt
en onze grenzen overschrijdt.
Zo luidt het woord van God.
De geboorteplanning van God, zei ik daarover. Dat gaat natuurlijk allereerst over de plaats van Jezus’ geboorte. U weet: toen het eenmaal zover was, leek het uiterlijk allerminst op planning. Of, sterker nog, het leek meer op de planning van de keizer, keizer Augustus. Die wilde zijn macht en inkomen bevestigen door iedereen te laten registreren in een rare volkstelling, waarbij iedereen zich moest inschrijven in de plaats waar hij oorspronkelijk vandaan kwam. Zo kwam het dat Maria en Jozef afreisden naar Bethlehem en dat het kindje daar geboren werd. En die geboorte zelf leek natuurlijk het tegendeel van gepland. Toch was hier juist op verborgen wijze de hand van God aan het werk. Want daar in Bethlehem moest de Messias geboren worden. Als je hen onder druk zette, konden zelfs de Schriftgeleerden dat bevestigen. En wel onder meer op basis van onze tekst, de profetie van Micha.
Intussen was Bethlehem natuurlijk ook in Micha’s tijd niet zomaar een stad. Het was weliswaar een kleine plaats, om zijn omvang niet in tel. Maar het was wel de geboorteplaats van koning David en dat is natuurlijk ook de hoofdlijn van onze tekst: de Messias die komen zal, zal Zoon van David zijn. En dan gaat het niet alleen om de plaats van zijn geboorte, maar vooral ook om wie Hij zijn zal. Een David, en dat is een herder en een koning tegelijk. Een herder die koning werd en een koning die herder bleef voor zijn volk. Je kunt in de profetie wel lezen dat je bij ‘herder’ niet aan een vriendelijke baas met een pijp en een rondleiding moet denken. De herder in Bijbelse tijd en dus ook in onze tekst is een stevige figuur, die de schapen bewaakt tegen inkomend onheil en die zijn mannetje staat tegen elke indringer. Je moet van Jezus als de goede herder dan ook niet zo’n soft plaatje maken van een lieve Jezus. Hij is, zeg ik er vandaag maar bij, niet een soort goeiege Sinterklaas met leuke dingen voor vrome mensen. Nee, Hij is “bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam”. Gods kracht die de hele wereld aan kan, wordt juist in Hem openbaar, in Hem die geboren werd als een kind, die je kon negeren en beledigen, ja zelfs ombrengen aan het kruis. Maar juist in die weg en door de opstanding in majesteit heen is Hij de koning der koningen en de herder die zijn volk beschermt en bewaart.
Er is op dat punt wel een verschil met wat Micha in gedachten voor zich zag. Zo te zien dacht Micha toch aan een herder en vorst die de indringende vijanden met het zwaard zou terugslaan en uiteindelijk heel het land van die ellendige vijand zou kaalslaan. Zulke dingen deed de Here Jezus in letterlijke zin natuurlijk juist niet. Hij leerde dat je je vijand moet liefhebben en zegenen die je haten — en Hij deed er zelf naar ook. Maar denk niet dat het daardoor allemaal onschuldig is wat Jezus doet, integendeel. Als later de apostel Johannes Jezus ziet in een visioen, het staat in Openbaring 1, dan ziet hij Jezus Christus met het zwaard dat uit zijn mond komt. Dat betekent: het gaat niet om geweldpleging, maar om zijn Woord dat scheiding maakt en dat uiteindelijk beslissend zal zijn. Het is het evangelie dat werkt onder de heidenen en dat ook ons heeft bereikt. Het evangelie van het Koninkrijk, vol van genade en waarheid, maar ook vol van de kracht van de heilige Geest. EN dat evangelie, dat maakt wel degelijk scheiding, dat is als een zwaard dat doordingt, zo diep dat het door merg en been gaat. Weet je hoe dat is in de praktijk? Dat je het woord van God hoort en dat het je door merg en been gaat? Dat kan gebeuren als je iets leest in de Bijbel dat precies de vinger bij de zere plek legt. Bij je zonden en wonden, bij alles wat je diep verborgen hebt. Ik heb dat nog wel eens bij de Psalmen. Psalmen staan vol met menselijke ervaringen, maar dan in verbinding gebracht met God in de hemel. Ik had dat pas toen ik mensen bezocht die een baby hadden gekregen. En toen we lazen wat er staat in Psalm 139 — “Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt, ik weet het tot in het diepst van mijn ziel” — toen ging er een golf van herkenning door ons heen: ja zo is het inderdaad, met dit kindje maar ook met onszelf — je voelt je klein tegenover het ontzaglijke wonder van ons bestaan. Maar het gebeurt ook als je iets leest over de narigheid die David allemaal meemaakte — “hij die mijn brood at, heeft mij bedrogen” — dan gaat er een zwaard door je heen als je dat kent als iets wat bij jou past. En misschien heb je het nog wel het meest als je herkent dat het over je zonden gaat, over jouw zonden, dat je ineens begrijpt “jij bent die man”. Dan gaat het diep door je heen, dan is het woord als het zwaard van de herder. En wat doe je daar mee? Telkens als het woord van God klinkt, dan is de vraag wat jij ermee doet. Of je het omarmt, erkent en jou bij God laat brengen, of dat je het makkelijk wegveegt, afschuift alsof het niet over jou gaat. En telkens als dat gebeurt, dan is de Zoon van David met je aan het werk, de herder die koning werd en de koning die herder bleef. Nee, Hij dwingt je niet in het gareel, Hij gebruikt geen geweld, maar Hij stelt je wel voor de beslissende keuze: waar ben jij, wat doet u met het evangelie van Jezus Christus?
Ik hoop dat u niet alleen die werkelijkheid kent dat je geraakt wordt door het woord van God, maar vooral ook dat je erdoor bevrijdt wordt, vrij gemaakt van de aanvallen waar je mee te maken hebt van onze doodsvijanden — de duivel, de wereld en ons eigen vlees. Want daar gaat het uiteindelijk om. Om het bevrijdende woord van het Koninkrijk Gods, om de waarheid die eindelijk zal dagen over mensen van zijn welbehagen. En die waarheid is deze, dat na eeuwen van wachten de Messias Jezus eindelijk geboren is. Zoals het staat in de tekst van Micha: “Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten.” Wat is het lang wachten geweest tot Gods plaats en tijd gekomen waren. De profeten hebben soms gezocht en gevorst waar de Geest van Christus in hen op doelde toen Hij hen vooruit liet kijken naar de toekomst. Maar de dag is gekomen, de vrouw die zwanger werd heeft haar kind gebaard en zijn naam is Immanuël — God met ons. Wat God vanaf het eerste begin al uitdrukte in zijn heilige Naam — Ik zal er zijn, Ik zal er werkelijk zijn — dat is in Christus Jezus meer dan ooit werkelijkheid geworden: God met ons. Door Jezus Christus, die koning en herder tegelijk is.
“Wat doet u met het evangelie van J. Chr.?”
Ik wil deze vraag ook aan u zelf stellen.
Als ik het begrepen heb is u antwoord : bevryding van de bekende 3.
Ik denk dat dit niet het laatste woord mag zijn.
De mens wordt vrygemaakt TOT iets.
Wat wil God van zijn schepsel ?
Antwoord : gehoorzaam zijn aan Zijn WET. Eerst dan begint het ware leven.