In het kader van mijn historische zoektocht bezochten we het Domplein, want dat is waar het christelijk geloof in Nederland boven de rivieren als eerste voet aan de grond kreeg in de persoon van Willibrord (695). Daarover later meer, maar nu eerst een zijdelingse oogst.
In de Domkerk was op dit moment veel aandacht voor het Utrechts Psalter, een uniek Psalmboek uit 830 dat eind 2015 op de UNESCO-lijst van documentair erfgoed is geplaatst.
Het betreft een rijk geïllustreerde Latijnse editie die in Reims is gemaakt aan het hof van Karel de Grote, zo te zien als geschenk en opdracht voor de pas geboren Karel die later (en misschien toen al) De Kale was. Met Utrecht heeft het overigens weinig te maken: ’t is dat een Engelse graaf het manuscript leende van een vriend en het nooit teruggaf omdat hij in 1642 naar Nederland vluchtte…
De tekeningen lijken op strips: het is niet één plaat die de centrale gedachte uitbeeldt, maar tal van plaatjes bij de verschillende onderdelen van de Psalm en toch met een centraal thema. De stijl is uniek: veel levendiger dan de iconische afbeeldingen uit eerder tijd. We lichten er willekeurig één uit en wel de tekening bij Psalm 9.
(of bekijk de digitale versie die werkelijk schitterend in elkaar steekt)
Links staat de psalmist op de poorten van Sion te juichen (vs 15) met daarnaast de bloedvergieters (vs 13). Rechts daarnaast is een engel bezig vs 18 te vervullen: “Laten de goddelozen weggaan naar het dodenrijk, alle volken die God zijn vergeten”. Links boven de wrekende engel zie je een jonge soldaat met schild en speer die vs 2 uitbeeldt: “Ik wil u loven, HEER, met heel mijn hart, vertellen van uw wonderdaden”. En dat doet hij door zich uit te strekken naar Christus, die hier de rechter der aarde is (vgl. de weegschaal).
Deze Christus-figuur in een ovale omlijsting met zes engelen is in veel van de Psalmen te zien. Zoals Augustinus schreef dat hij iedere Psalm verstond als gezongen door Christus.
Intussen is dit hele Psalmboek voor de kleine Kale natuurlijk ook een belangrijke instructie waar het voor een koning op aan komt: op recht en gerechtigheid van een vrome vorst. Of hij dat altijd in de praktijk gebracht heeft, dat is weer een andere vraag…
Wie de Oude Berijming van de Psalmen kent, herinnert zich hoe “‘t orgel overal” daar is binnen gesmokkeld in Psalm 150 die in de oorspronkelijke editie meer aan big band doet denken. Dat orgel heeft oude papieren, zo is in het Psalter te zien, al was het zo te zien een hele klus!
En tenslotte: ook toen al werd een goed Psalmboek afgesloten met “Enige gezangen”…