Ik kan me God niet voorstellen 5

Carel ter Linden, Wat doe ik hier in Godsnaam?Gisteren las ik het nieuwste boek van ds Carel ter Linden, “Wat doe ik hier in godsnaam”. Ik vind het een sympathiek en droevig boek. Anders dan zijn befaamde broer Nico ter Linden, die minzaam en wat uit de hoogte schrijft over het verhaal dat gaat, beschrijft Carel ter Linden veeleer hoe alles hem zachtjes ontglipt is. Na een leven van zoeken en preken, preken en zoeken, presenteert hij zich nu als sadder and wiser: “Er is geen hogerhand”.

Als je door de provocerende titel heen kijkt, lees je overigens een sympathiek en in veel opzichten herkenbaar boek. Veel van de vragen die Ter Linden kwellen zijn de oerkwesties waar niet alleen theologen maar gelovigen en Psalmdichters zich altijd over gebogen hebben. Hoe kun je serieus denken dat God zich met ons bemoeit wanneer je gaat ontdekken hoe oneindig groot het heelal is? Hoe combineer je het geloof in een God van liefde en recht met al het leed, het onpeilbare leed van de schepping? Die vragen zijn overigens voor ons wel veel groter van omvang geworden nu we kwadratisch meer beseffen hoe groot het heelal is, en zeker nu tot ons doorgedrongen is wat een keihard en wreed proces de hele evolutie met zijn struggle for life en survival of the fittest is.

Michelangelo, de scheppingHet leidt al snel tot de conclusie “Met de gedachte dat deze wereld het werk moet zijn van een ‘schepper’, van een scheppende kracht buiten deze wereld, buiten deze kosmos, kan ik weinig meer beginnen” (p 26). Iedereen die in onze moderne wetenschappelijke tijd leeft, hoe gelovig ook, moet deze gedachte minstens als aanvechting kennen; ik tenminste wel.

Kan me niet voorstellen

Het valt me overigens op, hoe ontzettend vaak in deze publicatie de uitdrukking “ik kan me niet voorstellen” voor komt. Ter Linden kan zich niet voorstellen hoe een liefdevolle God het lijden toelaat, hij kan zich niet voorstellen dat er ingrepen van hogerhand in deze wereld zijn en hij kan zich al helemaal niet voorstellen hoe een leven na dit leven er uit zou zien, hoe graag hij ook zijn gestorven vrouw en anderen ooit zou terug zien. Ik kan me dat voorstellen: zo is het inderdaad. Ik denk er wel bij: wat zegt mijn voorstellingsvermogen over de werkelijkheid? Met een bekend voorbeeld: stel je een wezen voor dat alleen in twee dimensies leeft, in het platte vlak van lengte en breedte. Zo’n wezen zou met het volste recht kunnen zeggen: “ik heb alles onderzocht, werkelijk alles wat er is en er is echt niks hogers of diepers. Daar zou ik me niet eens iets bij kunnen voorstellen”. Maar wij kennen in elk geval drie dimensies  —  en we hebben daarin hetzelfde probleem met een eventuele volgende dimensie. Overigens, dit even ter relativering, we staan als gelovigen heus niet alleen met dit soort moeilijke vragen. Als je echt de “Geschiedenis van ruimte en tijd” (een titel van Stephen Hawking) wetenschappelijk wilt begrijpen, dan kom je daarin wel zestien dimensies tegen, waaronder dimensies waarin de volgorde van oorzaak en gevolg andersom is dan wij kennen. Onpeilbaar is de werkelijkheid.

Als ik een pasgeboren kind zie, dan zeg ik met de Psalmist: “Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.” Daarmee laat ik volstrekt overeind wat er genetisch en biologisch allemaal over te zeggen valt, maar ik aanvaard het leven wel degelijk als een geschenk. “Niemand weet wat leven is, alleen dat het gegeven is en dat van dit geheimenis God het begin en einde is”. Ik besef: dat is geloof en geen bewijs, maar het is wel echt.

Werkelijk uitgesproken

Ik kan goed begrijpen als iemand die geloofsstap niet zet (nou, goed begrijpen, bij de geboorte van een kind lijkt me dat wel vrij moeilijk), maar eigenlijk kan ik niet echt meemaken dat Ter Linden ‘God’ geheel opgesloten ziet in deze wereld en dat hij toch wil geloven dat het een tegenstem is. “Voor mij heeft Het Geheim van ons bestaan zich in de verhalen van de bijbel wérkelijk uitgesproken. Het zou een onmetelijk verlies zijn als wij deze verhalen over wat dat betekent: trouw, liefde, zorg, recht, bestrijding van en bevrijding uit menselijke onderdrukking, vergeving en verzoening, nooit meer zouden horen. Ik zie dat ook niet gebeuren. Daarvoor zijn deze teksten te sterk.” (p 153). Je moet goed bedenken: als deze stem niet van boven komt dan moet je aannemen dat er zomaar ineens een geniaal volk was, Israël, dat bedacht dat polytheïsme niet voldoet en dat je beter in één God kunt geloven. Of, zoals Ter Linden het zegt: “Het oude Israël heeft als een der eersten oog gekregen voor de verantwoordelijkheid die de mens voor onze wereld en dit leven draagt.” (p 125). Dat is eigenlijk ongelooflijk!

Vanmorgen nam ik deel aan een radiogesprek waarin we twee onderwerpen bespraken: dit boek, en ook de ophef rond orthodoxe christenen die hun kinderen niet willen inenten omdat dit Gods voorzienigheid zou doorkruisen. Het viel me ineens op dat Ter Linden en deze orthodoxe christenen precies even rechtlijnig denken: dit is de logische orde, als wij de dingen in handen hebben kan God er niet meer bij. Mijn vermoeden, nee mijn geloof, is dat God groter is dan dat.

nav Carel ter Linden, Wat doe ik hier in godsnaam? Arbeiderspers 2013. 164 pag., € 17,50. ISBN 9789029587129

5 thoughts on “Ik kan me God niet voorstellen

  1. bob wielenga jun 14,2013 15:47

    Goed verhaal, Willem! Het herinnert me eraan dat geloof een vrucht van de Geest is. Zou het aan mij liggen, dan geloofde ik al lang niet meer. En de Geest werkt in en door de geloofsgemeenschap – daar raak ik ook steeds meer van overtuigd, hoe krakkemikkig dat Huis van de Geest soms er ook uitziet. .

  2. Coby knol jun 14,2013 17:43

    Dank voor deze Twitter . Verrijkend om te lezen!

  3. Karel c Korfker jun 28,2013 12:41

    Beste Willem,

    Hier een berichtje van je neef Karel Cornelis Korfker uit de Valeiskreek te Zeeuws-Vlaanderen. Helaas konden wij niet aanwezig zijn op de Smouterdag van 15 juni. Hierbij wilde ik reageren op de persoon van Carel ter Linden. Wist je dat hij familie is van de Korfkertak? Namelijk van de vrouwelijke kant der Korfkers. Annemiek Schrijver, werkzaam bij de IKON en schrijfster van het boek Rachab is een nicht van mij en de dochter van mijn oudste zus Joke Korfker (Schrijver). Annemiek correspondeerde reeds een aantal jaren met Carel ter Linden over religieuze kwesties. Op een dag mailde hij weer met Annemiek en begon zijn mail met de woorden: ‘Beste nicht.’ Daarna deed hij uit de doeken hoe dat zat. Mocht je geïnteresseerd zijn in in deze familie vervlechting neem dan contact op met Annemiek. https://www.annemiekschrijver.nl/
    Zo zie je maar hoe dicht de mensheid zich verhoud tot elkander, wie weet worden we eens één volk. lieve groet Karel C Korfker

  4. Pingback: Recensie: Carel ter Linden - Wat doe ik hier in godsnaam? | Ranking the Books

  5. H.Raap nov 4,2014 19:40

    Een mooie bespreking van het boekje van C. ter Linden. Het is een oprecht boekje , maar ik begrijp er af en toe niets van. God is geen schepper en staat niet boven de natuur, want de natuur is te gruwelijk. De titel zou dus kunnen slaan op het nihilisme van Nietzsche.maar geloven is juist opteren voor zin. Een zin die louter immanent is, de mens die bevestigt zin tegen alle onzin in.heeft geen enkele grond. Ter Linden weet op geen enkele manier transcendentie met immanentie met elkaar te verbinden. De uitkomst is droevig. Depressie (als verlies van zin in het leven) is volksziekte nummer een. Voor de evolutie mislukken een hoop levens, maar voor het geloof is ieder leven van betekenis, hoe pover dat ook naar bepaalde criteria is. Ter Linde heeft de depressieve mens, die kiest voor suïcide niets te zeggen. Ter Linden kan zoals de recensent opmerkt niet denken in paradoxen en is in zover ook een ouderwets theoloog, dat hij on voldoende beseft dat iedere uitspraak over god gevolgd dient te worden door de via negativa. De onvoorstelbaarheid is per definitie een uitkomst van het gelovig denken.

Comments are closed.