Drukke dagen, veel impressies opgedaan, les gegeven over de brief aan de Efeziërs en de meeste avonden met mijn reisgenoot op het dakterras in Calcutta gezeten. Opnieuw geïnspireerd geraakt door het warme levende geloof van de Indiërs — en tegelijk nog puzzelend over dingen die je als westerling nooit zult snappen.
Dat zijn de indrukken die over blijven na een kleine twee weken lesgeven in India. Een oude liefde van me: om de paar jaar ga ik er enkele weken heen ter ondersteuning van het werk van Christ Mission Ashram en het echtpaar Sukrit en SangYee Roy. Dit keer samen met Peter Binnenkade, voorzitter van de stichting EvTA die dit type uitzendingen mogelijk maakt. Vorige keer schreef ik er een uitvoerig blog over, dit keer laten we het bij een paar korte typeringen, genoteerd tijdens de lange vliegreis Calcutta — Dubai — Amsterdam.
Onze colleges gaven we voor Bengaals sprekende studenten en voorgangers. Ze zijn van eenvoudige, arme komaf want anders hadden ze “English medium” school gehad en dat typische Indisch Engels gesproken. Sommigen zijn als christen geboren, maar meerderen hebben bij hun leven die ingrijpende stap gezet om van Hindu of Moslim achtergrond vandaan christen te worden. Vaak vanwege een wonder (hulp, genezing, leiding) en ook vanwege inspirerende liefde. Je moet deze “studenten theologie” niet vragen naar het verschil tussen Barth en Brunner of zo, maar wel hebben ze verbluffende Bijbelkennis en een aanstekelijk geloof. Qua kennis en inzet steken ze er binnen Calcutta met kop en schouder boven uit. Ik herinner me dat jaren geleden de Anglicaanse kerk (Church of North India) een aantal van de beste studenten ‘wegkocht’. Aanvankelijk was Sukrit ontroostbaar, maar nu vertelt hij met een glimlach van oor tot oor dat zijn studenten sleutelposities gekregen hebben in de CNI…
Christ Mission Ashram, het kerkgenootschap van ds. Roy, stichtte zo’n 120 gemeenten in de wijde omgeving waar Bengaals gesproken wordt. Meest kleine gemeenten hoor en het is niet alleen maar succes. Daarnaast hebben ze hulpverleningsprojecten te kust en te keur. Sommige met buitenlands geld — zoals via een boot en klinieken op de Sunderban Islands.
Andere heel simpel: een ouder echtpaar dat puur in eigen huis een kinderdagverblijf houdt waardoor arme ouders in staat zijn om overdag hun geld te verdienen, mensen die hun eten delen en noem maar op. Het mooie is hoe volstrekt ongecompliceerd men aanpakt wat de hand vindt om te doen, zonder doortimmerde plannen of iets. Het ingewikkelde is, nou ja, het ingewikkelde is precies datzelfde. De aanpak van projecten zonder duidelijk plan. De fricties die dat soms oplevert vormen — naast het lesgeven — een van de redenen voor ons bezoek van dit jaar.
Het onderwerp van mijn lessen was de brief aan de Efeziërs. Ooit schreef ik een commentaar daarop, dat ik niet uit gaf. Maar het is heel geschikt om delen ervan in detail te bespreken met de Bengaalse studenten. Dat is ook onze eigen bijdrage uit Holland: we hoeven hen niet te onderwijzen in ethiek of kerkgeschiedenis, dat doen ze zelf wel. We hoeven geen alles omvattende dogmatische visie neer te zetten — dat doen de Koreanen wel. Maar Bijbeluitleg vers voor vers, met verwijzing naar grondlijnen in de Bijbel, dat horen ze graag en dat kunnen ze zich ook goed eigen maken. Het was een voorrecht, er weer aan te kunnen bijdragen.
Verder spreken de foto’s voor zichzelf, ook zie je daar Peter Binnenkade op, met wie ik bijzonder plezierig heb samengewerkt en —gereisd.