nav dr. Govert Buijs, Publieke liefde – Agapè als bron voor maatschappelijke vernieuwing in tijden van crisis. Inaugurele rede aan de VU, op 3 februari 2012
In oude steden vind je schitterende historische gebouwen en die blijven de moeite van het bekijken waard. Maar als je iets wilt verbouwen of er dreigt wat scheef te zakken, dan wordt het erg lastig als je de bouwtekeningen niet meer hebt. Wat is een dragende muur en wat kan weg? Of, ander voorbeeld, een Stradivarius is en blijft een schitterende viool. We weten vrij veel over zijn techniek, maar het echte geheim van zijn violen — we weten het niet meer.
Met deze voorbeelden illustreert dr. Govert Buijs het begin van zijn zoektocht naar het geheim van onze westerse beschaving. Nog altijd hebben we een samenleving waar de halve wereld jaloers op kan zijn, vanwege onderwijs en zorg en een redelijke verdeling van de welvaart. Maar de verschillende crises van dit moment brengen nadrukkelijk de vraag op tafel waar deze samenleving op stoelt, wat het achterliggende bouwplan is. In zijn rede waarin hij op 3 februari de Abraham Kuyper leerstoel voor politieke filosofie en levensbeschouwing aan de Vrije Universiteit aanvaardde, betoogt Buijs dat agapè, liefde in de zin waarin de Bijbel erover spreekt, de hoofdlijn van dit bouwplan is. Zijn rede leest als een fascinerend verhaal.
Uitwerking van ‘compassie’
Onlangs publiceerde een CDA-commissie het rapport “Nieuwe woorden, nieuwe beelden” waar Govert Buijs naast anderen aan meewerkte. Je vindt daarin een hoofdstuk over “de kracht van compassie”. De rede die Buijs nu hield kun je zien als de Bijbelse en culturele uitwerking van dat begrip. Want uiteindelijk zit achter compassie niets minder dan liefde, liefde in de betekenis van zorgen met hart en ziel, van betrokken zijn op de ander, van caritas. En dat hele begrip is natuurlijk niet populair vandaag de dag. Linkse lui zijn blij dat we eindelijk verlost zijn van liefdadigheid omdat de staat het opknapt. Jonge rechtse rakkers willen veel van de zorg graag terug brengen naar de privé-sfeer, naar de caritas. Maar over één ding zijn links en rechts het eens: caritas is een begrip uit, van en voor de private sfeer. In de grote-mensen-wereld van samenleving, politiek en economie heeft het geen plaats. Daar gaat het om resultaat, om geld, om macht.
En juist tegen dat idee houdt Govert Buijs zijn rede: agapé (liefde) is het bouwplan van onze samenleving en publieke liefde heb je nodig voor maatschappelijke vernieuwing. “Moeten wij als burgers van een land van elkaar houden?” zo vraagt Bas Heijne zich af in een essay en Buijs antwoordt: “Nee, dat hoeft niet. ‘Houden van’ is het woord niet. Maar of we zonder een vorm van publieke liefde kunnen in een samenleving, althans een samenleving als de onze, die zichzelf in feite zeer hoge morele standaarden oplegt, is een open vraag.”
Daar zijn geen woorden voor
Liefde is natuurlijk al een belangrijk woord in het Oude Testament en in het Nieuwe wordt het ‘t centrum van alles: Agapé. Je zult het niet geloven, maar dat hele woord bestond niet in de Griekse wereld. De vertalers van de Septuaginta hebben het moeten uitvinden om in het Grieks iets te kunnen zeggen als “ahav” — God liefhebben omdat hij ons liefheeft en je naaste als jezelf. Daar was geen woord voor: je had eros voor je weet wel, en philia voor een verbondenheid met je gelijken. Aristoteles (Griekse cultuur bij uitstek) achtte vriendschap tussen God en mens onmogelijk, omdat philia alleen kan voorkomen tussen gelijken. Maar liefde die eerst de grootste kloof overbrugt (tussen God en mens) en daarna allerlei kleinere kloven, daar was geen woord voor. Daar zijn nog steeds geen woorden voor, zou je zeggen, maar de vertalers smeedden er het woord agapé voor. En voor alle schrijvers van het Nieuwe Testament werd dit nieuwe begrip met oude wortels de manier om Gods liefde in Christus en de liefde van christenen over grenzen heen aan te duiden.
Publieke structuren
Buijs volgt de sporen van deze agapé in een adembenemend betoog dat springt van Basilius de Grote naar de Meester van Alkmaar en van de gilden in de Middeleeuwen naar de jonge jaren van Adam ‘marktdenken’ Smith, met een flinke tussenstop bij de fresco’s van Ambrogio Lorenzetti in het Palazzo Publico van het Italiaanse Siena. Ik voelde me daarbij eerlijk gezegd soms in een roman van Dan Brown en er zal best wat op af te dingen zijn. Maar volstrekt overtuigend vind ik de hoofdlijn, dat namelijk juist de publieke structuren van onze samenleving (zorg en onderwijs, bestuur en economie) gebouwd zijn op het stramien van commitment, verbondenheid, ja uiteindelijk liefde. En dat je bij de vernieuwingen die nodig zijn vanwege de huidige crises, de boel verder kunt verprutsen als je niet af en toe in dit oude bouwplan kijkt.
Het aardige aan Buijs’ benadering is overigens dat hij niet blijft hangen in een loflied op de liefde want dan werd het allemaal wat te rozig. Hij laat ook zien waar het met de beste bedoelingen fout loopt. Bijvoorbeeld hoe Adam Smith, vader van het marktdenken, als Calvinist mooie idealen had die met agapé verwant waren, maar wel verzuimde te controleren of ‘de markt’ altijd zo liefdevol werkt. En in bredere zin is het best riskant om structuren te bouwen die de liefde vorm moeten geven. Dan ben je, met een woord van T.S. Eliot, bezig met “dreaming of systems so perfect that no one will need to be good” en dat gaat niet werken. Met dat soort dromen is de politiek bezig tot de dag van vandaag en het moet nog blijken of we door de crisis wakker worden.
Govert Buijs is zijn werk op de stoel van Abraham Kuyper begonnen met een rede die hout snijdt voor de grondslagen van politiek handelen. Mij bepaalde hij bij wat misschien wel de krachtigste christelijke bijdrage aan de politiek is. Tal van christelijke ‘standpunten’ zijn helaas gesneuveld en al lang vergeten, maar weet je wat het is: liefde blijft. Liefde als bouwplan in dit geval.
Willem Smouter, Apeldoorn.