Vanmiddag werd de tweedaagse conferentie “Rondom het Kind” in Lelystad afgesloten met een pittige tekst over het feit dat wij als kerken tekort geschoten zijn in onze zorg en aandacht voor kinderen. En dat het beter moet. Straks op Radio5 om 20.30 uur spreken we onder meer over dit onderwerp in Deze Week, onder leiding van Embert Messelink en samen met Arenda Haasnoot en Henk Medema.
Wat is er loos? Volgens het manifest van de deelnemers aan de conferentie het volgende:
- We weten dat in veel kerken kinderen eigenlijk niet meetellen.
- We weten dat veel kerken goed kinderwerk hebben, maar de budgetten voor kinderwerk zijn laag en staan vaak niet in verhouding tot andere uitgaven in de kerk.
- We weten dat er in veel kerken een structureel tekort is aan kinderwerkers.
- We weten dat de maatschappij vaak te hoge eisen stelt aan (de prestaties van) kinderen en de volwassenen om hen heen, waar velen niet aan kunnen voldoen.
- Het is bekend dat in Nederland tienduizenden kinderen in de verdrukking zitten. Ze zijn slachtoffer van misdrijven, pesten, echtscheiding, problemen die hen overkomen, of noodgedwongen keuzen.
Dat is allemaal niet mis en het is niet verkeerd dat de noodklok geluid wordt. Ik herinner me dat we ooit spraken over een dienst van Kerk School en Gezin, en dat een van de partners zei: “wij doen maar niet mee want we hebben toch niet zoveel kinderen en bovendien verstoort het de gang van het kerkelijk jaar”. Tja.
Toch geloof ik eigenlijk niet dat dit het hele plaatje is. Ik zie veel kerken die alles uit de kast halen voor kinderen, die zoveel jeugdwerkers aanstellen dat ze op de arbeidsmarkt nauwelijks meer te vinden zijn, en vaak zijn er veel meer vrijwilligers bezig met jeugdwerk dan met enige andere tak van sport in de kerk. En zelfs voor de op dit punt best presterende kerk blijft het moeilijk.
Als je niet uitkijkt, wordt het dan ook wel een beetje goedkoop om de kerken de schuld te geven. Je zou met evenveel of meer recht kunnen zeggen dat het grote probleem is dat juist ouders van goed lopende kerken geneigd zijn om de hele geloofsopvoeding maar over te laten aan de kerk en liefst nog aan de professionals daarbinnen. God als je Schepper leren kennen gebeurt allereerst thuis — of het gebeurt niet. Het risico van doorschuiven vond ik nergens beter vertolkt dan in bovenstaande cartoon (klik erop voor het hele plaatje).
Deze cartoon van Wim Nuninga komt uit het pas verschenen boek van Sabine van der Heijden, onder de titel “Kerk voor een nieuwe generatie — zoeken naar een kerk waarin jongeren geloven”. Medema 2012, ISBN 9789063536466.
Wat mij betreft zeer aan te bevelen voor ouders en jeugdwerkers beiden. Sterk is dat ze eerst beschrijft hoe nieuwe generaties leren geloven, en over inspirerende theologie. Daarna volgt een hoofdstuk over “Geloven begint thuis” en een over de kerk als geheel waarin generaties elkaar ontmoeten.
Ze weet verder te komen dan pingpongen tussen “de kerk heeft de schuld” zoals Rondom het Kind formuleerde en “het probleem ligt bij de ouders” zoals ik geneigd ben te zeggen. Want het begint inderdaad thuis — of het begint niet. En daarom moest je als kerk misschien minstens zo veel investeren in steun aan ouders bij de geloofsopvoeding als in nog mooier jeugdwerk. Dat is een les die ik zelf ter harte wil nemen en hopelijk ook meer dan nu in de praktijk ga brengen.
En dan nog voor de goede orde: die verklaring van Rondom het Kind is niet zo eenzijdig als de publiciteit deed vermoeden. Er staat wel degelijk ook in “Wij vinden dat ouders en kerk partners zijn in de geloofsopvoeding”.
- Zie website van Rondom het Kind
- Het boek “Kerk voor een nieuwe generatie” bij Medema
Pingback: Jeugdwerk : kansen voor de kerk « Kindernevendienst's Weblog
Pingback: Kinderen dragen het geheim van het Koninkrijk « Kinderen, Jongeren en de kerk
Pas op voor de kanjertraining! Dat is puur humanisme en met occulte onderlaag.