Tijd om mee te gaan: discipelschap

tijd_om_mee_te_gaanTerwijl het woord discipel sinds de NBV is geschrapt en vervangen door leerling, zingt het begrip discipelschap meer dan ooit rond. Je hebt er boeken, trainingen en websites over. Drie hervormde dominees (Wim Dekker, Bert de Leede en Arjan Markus) voegen daar dezer dagen een boek aan toe onder de titel Tijd om mee te gaan; over discipelschap vandaag. Niet als het zoveelste cursusboek, maar meer als een bezinning op wat dit begrip betekent en vooral ook wat het niet betekent.

Eerlijk gezegd begrijp ik de titel niet, maar de auteurs hebben er in elk geval de urgentie van het onderwerp mee aan willen geven: zie discipelschap niet als de zoveelste hype maar als een essentiële opdracht voor heel ons leven en niet alleen voor de spaarzame christelijke momenten in een verder seculiere week. Die secularisatie zit heel diep en je bent als discipel van Jezus steeds meer een vreemdeling, niet alleen in ‘de wereld’ maar ook tegenover jezelf, want je bent helemaal onderdeel van die wereld die het verdraaid goed zonder God af kan.

Vandaag verschenen in Opbouw, 58e jrg nr 21
Lees pdf in pagina-opmaak

“Volg Mij!”, zegt Jezus, en dat is uitdagend, radicaal, maar tegelijk is het “niet zo simpel”. Dat laatste is een van de twee hoofdlijnen in het boek: het is niet zo simpel. Als de rijke jongeling alles moet verkopen, kun je niet simpel zeggen dat wij dat ook moeten doen. Als Jezus zegt “genees de zieken en drijf demonen uit” is dat niet zomaar onze vorm van discipelschap. Navolging is niet dat we zoveel mogelijk lookalikes van Jezus willen zijn. Je kunt zelfs niet zeggen dat we allemaal dezelfde leefstijl nastreven want daar zit meer verschil van tijd en cultuur in dan je waar wilt hebben.

De tweede hoofdlijn van het boek is: zoek het niet in wat je moet doen maar in wat je bent. “Wie in Christus is, is een nieuwe schepping”, leert Paulus. Draai dat niet om tot “streef naar een nieuwe levensstijl in de hoop zo een vernieuwd schepsel te worden”. Integendeel, begin bij de doop: je wordt ingelijfd in de gemeenschap van Jezus’ discipelen. In dat kader kapittelen de auteurs de wel heel ruime hervormde dooppraktijk.

Toegerust voor discipelschap word je in de christelijke gemeenschap, liefst ook thuis aan tafel maar in elk geval in de kerk. Belicht wordt wat dit allemaal vraagt van de eredienst en de prediking. Dat zit me niet helemaal lekker. Toen in 2011 het buzzword ‘missionair’ was, verwachtte Dekker alles van de prediking. Nu gebeurt hetzelfde voor discipelschap; wie weet blijkt over drie jaar de kern van de diaconie (of wat dan ook) in de prediking te liggen. Het is in beide gevallen wel erg responderend en haast bezwerend. Dat nodigt niet erg uit om er enthousiast mee aan de slag te gaan.

Tegelijk is het natuurlijk gewoon waar: dat enthousiast aan de slag gaan is gedoemd om op vermoeidheid en teleurstelling uit te lopen en dan kun je beter terug gaan naar de kern: wie en wat we zijn in Christus. Ik mis in het boek de brief aan de Filippenzen. Paulus haakt aan de ene kant haast argeloos aan bij de ethiek van ‘de wereld’: “al wat waar, wat waardig is, wat deugd heet en lof verdient, bedenk dat”. Aan de andere kant doet hij de oproep “laat die gezindheid bij u zijn, die ook in Christus Jezus was”, en dat omvat nederigheid en de waarde van het offer  —  haaks op het wereldse denken en tegelijk nauw verbonden met het Christus-geheim. Dat nodigt, hoe moeilijk ook, meer uit om discipel te zijn in de praktijk. Ik zie christenen om me heen die dat oprecht proberen met vallen en opstaan. Hun ervaringen en verhalen vind ik belangrijk, naast de kerkelijke setting van prediking en liturgie. Het slothoofdstuk van het boek, over de integratie van discipelschap in héél de gemeente, vind ik in dat opzicht inspirerend. Daar krijgt het voor mij vlees en bloed.

Wim Dekker, Bert de Leede en Arjan Markus
Tijd om mee te gaan
Over discipelschap vandaag
144 pagina’s | Paperback | ISBN: 9789023928133 | € 14,90