Voorbeeldfiguren voor homo’s in de kerk 16

Afgelopen zaterdag nam de Landelijke Vergadering van de NGK besluiten over homoseksualiteit: we zien geen ruimte om de ambten open te stellen, we willen wel meer werken aan een veilige plek, ook voor wie in een relatie leven. Ik was voorzitter van de vergadering en dat beperkt de ruimte voor eigen inbrengen. Op het eind kreeg ik ruimte om drie gedachten te delen, die mij na aan hnet hart liggen en die ik hier graag doorgeef.

Je eigen kinderen

Ik ken intussen een aantal predikanten uit onze kerken, die zelf kinderen hebben die homo zijn. De een vond het moeilijk om thuis te vertellen naar welke vergadering hij ging, wetend  dat een van zijn kinderen dan zou vragen “ging het weer over mij?”. Een ander zei tegen me: “in mijn eigen gemeente gaat het ook over homoseksualiteit, maar dan zeg ik maar niet zoveel omdat ze dan toch reageren ‘ja, allicht, maar jij bent natuurlijk bevooroordeeld omdat het over je eigen kind gaat’”. Ik vind dat heel erg, dat dat zo gaat. En dat geldt niet alleen voor dominees maar ik vrees dat er veel meer ambtsdragers en gemeenteleden zijn die het lastig vinden om zich te uiten omdat het ook hun eigen kinderen aangaat. Dat is doodzonde, want juist hun inbreng hebben we nodig. Het gaat tenslotte ook om Gods geliefde zonen en dochters. En misschien kun je pas echt begrijpen hoe God de Vader naar homo’s kijkt als je zelf kinderen hebt die zo zijn. Gods vaderhart! Daarom wil ik zeggen: vaders en moeders, zwijg niet maar neem deel aan het gesprek vanuit uw hart.

Ik heb nooit ouders ontmoet die van vreugde opspringen als hun zoon of dochter uit de kast komt. Ik weet wel dat de meeste ouders bovenal denken: als hij of zij maar gelukkig mag worden. En daarbij dan vooral: als ze maar niet in die ijskoude promiscue wereld terecht komen. Als ze maar bij God en het geloof blijven, met een veilige plek in de kerk zonder afgewezen te worden.

Voorbeeldfiguren

Ik kom hiermee op mijn tweede punt: voorbeeldfiguren. In mijn eigen gemeente Apeldoorn bestaat al vele jaren het beleid om homo’s, ook als ze een relatie hebben, welkom te heten aan het Avondmaal. Daar werd wel bij uitgesproken dat we terughoudend zouden zijn met hen te benoemen in voorbeeldfuncties, zoals het jeugdwerk. Wij zijn daar onlangs op teruggekomen, ten eerste omdat in de praktijk onze voornaamste voorbeeldfiguren homo waren. Maar ook omdat we ons realiseerden hoe belangrijk het juist voor jonge christenen is die ontdekken dat ze homo zijn, om voorbeelden te hebben van hoe je daar als christen mee kunt leven. Op een website van de EO was het trieste verhaal te lezen van een jongeman uit reformatorische kring die na zijn coming out als vanzelf in de homo-scene terecht was gekomen met alle kwalijke kanten daaraan. Intussen gruwde hij daarvan, maar het punt is: welke voorbeelden had hij nu eigenlijk gehad van christenen die ook zo zijn? Geen enkele. Eigenlijk heb je dus juist als voorbeeldfiguren homo’s nodig die èn overtuigd christen zijn èn op een geloofwaardige manier als homo leven. Zeker, dan mag je dankbaar zijn voor homo’s die met overtuiging gaan voor een leven als single. Maar dat is een charisma dat niet allen gegeven is en daarom zou ik zeggen: wees óók blij met christenen die een voorbeeld zijn van een relatie in liefde en trouw waarin Christus geëerd wordt.

Ik aanvaard als een gegeven dat onze kerken niet hebben kunnen komen tot openstelling van de ambten, maar laat alsjeblieft die openheid er zijn die, God geve het, voorkomt dat mensen geen ander voorbeeld hebben dan dat van de homoscene.

Je identiteit als homo

In het rapport van de commissie en in onze eigen vergadering ging het meer dan eens over het onderwerp identiteit. En dan met name over de uit Amerika overgewaaide gedachte dat je je homoseksuele gevoelens vooral moet erkennen, maar dat je daar nog niet je identiteit aan hoeft te ontlenen. Immers je identiteit in Christus is meer en vooral hoger dan je seksuele oriëntatie. Terwijl je je gevoelens niet kunt veranderen  —  zo is de gedachte  —  kun je wel degelijk kiezen of je gaat leven volgens het gay-script of volgens het Christus-script. Ik weet dat dit voor sommige christenen die homo zijn en single blijven een belangrijk houvast is en daar heb ik diep respect voor. Maar tegelijk staan de woorden zo ontzettend open voor het misverstand dat je zou moeten kiezen tussen homo zijn of christen zijn. En ik zou uit de grond van mijn hart tegen mijn homoseksuele broers en zussen willen zeggen: geloof dat niet! In Christus ben je door God aangenomen als zijn kind en erfgenaam en hij zegt in Christus ook tegen jou: jij bent mijn geliefde zoon of dochter, in wie ik vreugde vind.