Op onze zondagavondwandeling door het Ugchelse bos “Het Leesten” stuiten we onverwachts op een plek die verdacht veel op een graf lijkt: een ruig aangelegd stukje grond met onverwachtse chrysanten. Er vlak naast staat duidelijk een grafmonument, met de namen van de heer en mevrouw Van Luttikhuizen. Dat laatste monument is grof beschadigd en zowel het graf zelf als de vernieling ervan maken me nieuwsgierig. Hoe kan hier in de publieke ruimte zo maar ineens een graf liggen? Wat voor verhaal zit daar achter? Google levert verrassende resultaten. Het verhaal van een boer die door roeien en ruiten ging en van een echtpaar dat ook niet mals was.
De smakeloze vernieling heeft, blijkens een artikel in De Stentor, ruim een week geleden plaatsgevonden. Onder het monument ligt de urn met de as van het echtpaar, die daar twee jaar geleden begraven is. Maar ik vind ook een verhaal uit de Volkskrant dat uit 1997 dateert en gaat over het graf van boer Jan de Vries dat er naast ligt. Dat mag natuurlijk totaal niet, een graf zomaar in de vrije natuur, ook al is het eigen grond. Wat blijkt? Boer De Vries was de meest eigenwijze inwoner van Apeldoorn en alle ambtenaren sidderden voor hem, zeker als hij met klompen waar de mest aan zat de raadszaal in stormde. Toen zijn einde naderde, heeft hij voor één piek tien vierkante meter grond van zijn zus en zwager gekocht en daar hebben ze hem begraven, zonder enige toestemming. Maar ja, zo liet de familie destijds weten: als ze hem eruit halen dan vallen er doden! Dat argument lijkt gewerkt te hebben want het graf is achteraf gelegaliseerd. En zus en zwager, alleraardigste stalinisten, zijn er later broederlijk naast gelegd! Ze komen nog voor in een artikel in Trouw uit 1999.
Deze avondwandeling eindigt niet met een stichtelijke overdenking. Wel met verbazing waar onverzettelijkheid tot de dood toe kan leiden. En met de tip om vooral het verhaal uit de Volkskrant (hier in archief) nog eens te raadplegen, dat leest als een roman. De dochter van het echtpaar Luttikhuizen legde trouwens een handgeschreven briefje bij het geschonden monument met verzoek om tip over de daders, “want anders zal ik het hele bos moeten afsluiten”. En dat zou spijtig zijn, al was het maar vanwege het achterliggende verhaal.